De circulaire visie van i-did: “We hebben geen nieuwe mode nodig, maar nieuwe ketens”

Het opnemen tegen de grote ketens is als roeien tegen de stroom in – tenzij je besluit een eigen boot te bouwen. Of in het geval van Michiel Dekkers, mede-eigenaar van i-did: een eigen fabriek. Hij investeerde tijdens de coronapandemie in machines en ontwikkelde een circulair product dat wél op te schalen is: vilt van niet-herdraagbare kleding. Zit hier een oplossing voor de steeds groter wordende kledingberg? We spreken af in de fabriek van i-did in Den Haag om te praten over wat de textielsector nodig heeft om duurzamer te worden. Waar zit de frustratie, en waar de oplossing?

Nóg steeds één procent

Ooit begon i-did als slow fashion modelabel, met reststoffen van Europese merken. Daarna ging i-did over naar upcyclen. Maar al snel bleek dat het ombouwen van onverkochte collecties geen langetermijnoplossing was. “De echte bulk zit in textiel dat niet meer draagbaar is. Daar wilden we iets waardevols mee doen.” Het resultaat: een stevig, recyclebaar vilt, geschikt voor tassen, kantooraccessoires en interieur.

Toen Michiel in 2012 begon bij i-did, werd wereldwijd slechts één procent van alle kleding gerecycled. Anno 2025 is dat nog steeds zo. “Sterker nog, de kwaliteit van kleding is alleen maar slechter geworden. En de consumptiedrang groter”, zegt hij.

Circulair moet kunnen concurreren

“We zijn met z’n allen gewend geraakt aan lage prijzen”, zegt Michiel. “Om circulaire producten betaalbaar te maken, moeten we naar grotere volumes. Dan wordt de prijs vanzelf gunstiger.”

Maar dat kantelpunt bereik je niet zomaar. “Zonder duidelijke sturing blijven we doen wat we al deden. Dan gaat het gewoon te langzaam”, vreest Michiel. Wet- en regelgeving is volgens hem cruciaal om de overstap naar circulair echt op gang te krijgen.

Regelingen zoals de Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV) kunnen helpen om het prijsverschil tussen fossiele en circulaire materialen te overbruggen. “Als bedrijven eerder voor duurzaam kiezen, groeit het volume vanzelf mee.”

"Om circulaire producten betaalbaar te maken, moeten de volumes omhoog"

Michiel Dekkers, i-did

Maar ook daar wringt het. Want i-did valt bijvoorbeeld buiten de huidige UPV-regeling. En dat frustreert, want i-did voegt juist veel waarde toe aan waardeloos afval. “Onze standaard viltprijs zit op 24 euro per vierkante meter, met zo’n 450 gram oud textiel erin. Dat is een flinke opwaardering – maar het telt niet mee. Wij doen géén vezel-naar-vezel recycling maar bieden een ander circulair product. Dan heb je geen recht op een vergoeding per kilo verwerkt textiel.”

Schaal door samenwerking

Naast stimulerende wetgeving ziet i-did ook kansen in samenwerking. Geen losse projectjes, maar structurele ketens. “Het is veel slimmer om met partners te werken”, zegt Dekkers. “Laat iedereen doen waar ‘ie goed in is. Dan kan je klanten pas echt ontzorgen.”

Idealiter levert een grote klant op vaste basis oud textiel aan, wat een partij als i-did verwerkt tot vilt, en waar designers of meubelmakers weer eindproducten van kunnen maken. “Als je dat soort ketens structureel weet op te tuigen, kun je echt gaan opschalen – zonder dat je zelf alles hoeft te doen: van productontwikkeling tot marketing.”

Initiatieven als Textile District kunnen daarin een belangrijke rol spelen. “Samen maken we het makkelijker voor bedrijven om voor circulair te kiezen. En maken we impact op schaal.”

Voor de mode-industrie heeft Dekkers zijn verwachtingen bijgesteld. “Die markt is keihard prijsgedreven – en zolang consumenten gewend zijn aan spotgoedkope kleding, is het lastig daar duurzaam tegenop te boksen.” Maar zeg nooit nooit: “Met het duurzame Nederlandse kledingmerk Martan werken we nu aan een kledinglijn van draagbaar vilt. Dat is een partij die écht wil innoveren, niet alleen op papier.”i-did levert de stof, Martan het ontwerp en de afzet.

Op termijn ziet Michiel dit model ook wel zitten op grotere schaal. “Het leveren van stoffen en zelfs het delen van ons ‘recept’ om kwalitatief vilt te maken van niet-herdraagbaar textiel is heel interessant. Dan kunnen andere fabrikanten het lokaal produceren, op onze manier. Ook zo kunnen we opschalen.”

 

Textile District

Dit interview is onderdeel van een interviewreeks waarin we iedere keer een andere schakel van de textielketen interviewen. We spreken met partners die meedoen aan het programma Textile District, dé doorbraak voor circulair textiel.