Nieuws

Wat de overheid kan leren van het ‘Oei, ik groei’-opvoedboek

opinie 4 februari 2020

Ik denk dat bijna alle ouders het boek ‘Oei, ik groei!’ kennen. Ik heb er als ouder in ieder geval veel aan gehad. Het beschrijft de theorie dat de ontwikkeling van een kind met voorspelbare sprongen gebeurt. Vaak is er een periode van verwarring, emotionele instabiliteit en ook terugval in ontwikkeling, gevolgd door een ‘groeisprong’ naar een volgende fase. Het is de kunst om het kind door dit proces heen te begeleiden. Ik ben inmiddels van mening dat dit proces ook van toepassing is op onze economie. Maar dan moeten we er wel voor openstaan. Ik zal uitleggen waarom.

Verandering begint bij een redelijk stabiele ontwikkeling die op een bepaald moment ‘uitontwikkeld’ is en stagneert. Daarop volgt een periode van toenemende druk, instabiliteit en verwarring die ook vaak leidt tot emotionele (re)acties. Er komt echter onvermijdelijk een groeisprong. We zagen dit in het verleden onder meer bij de overgang van paard naar auto, de transitie van kolen naar gas en het vormgeven van een Europese Economische Gemeenschap. Na de ‘sprongen’ is het goed uitlegbaar en door (bijna) iedereen als positief ervaren, maar vlak voor en tijdens de vorming was er veel onduidelijkheid, zorg en ook emoties. Twijfel je of het echt zo gaat? Kijk deze video over mobiele telefonie uit 1998 maar eens.

Samenleving in verwarring

We zitten nu als samenleving in een nieuwe, verwarrende fase. Ons huidig economisch systeem heeft ons veel goeds gebracht en is veelal met de beste intenties en de kennis van dat moment ontstaan. En nu beseffen we ons dat er ook serieuze, onvoorziene bijeffecten zijn die onze leefomgeving en een stabiele samenleving onder druk zetten. Of het nu gaat over CO2, stikstof, plastic soep of de inrichting van het zorg-systeem; doorgaan op dezelfde weg is geen optie.

Het is dan ook lovenswaardig dat dit kabinet de afgelopen periode gewerkt heeft aan een langetermijnstrategie voor de groei van onze economie. Deze groeistrategie richt zich op zes domeinen, die samen een groeisprong mogelijk moeten maken. Een sprong die ons verdienvermogen doet toenemen en de oplopende kosten door onder meer vergrijzing draagbaar maken. Vier van de domeinen richten zich op de kennis en arbeidsdeelname van de Nederlander. Oftewel: hoe versterken en verhogen wij structureel de arbeidsproductiviteit? De andere twee domeinen hebben betrekking op de bereikbaarheid en de ‘transitieopgaven’ in de energie-, industrie- en landbouwsector.

Fundamentele weeffout

Er staan veel goede elementen in de groeistrategie. Maar er zit een fundamentele weeffout in: de kerngedachte is dat de BV Nederland meer geld moet gaan verdienen. Hiermee zijn dan de maatschappelijke opgaven in onder meer zorg, bereikbaarheid en het inrichten van een duurzame economie te bekostigen. Hoe en waarmee we dit geld moeten verdienen? Dat is niet uitgewerkt.

Wat mij – en MVO Nederland – betreft is dit het paard achter de wagen spannen. De juiste strategie is de maatschappelijke opgaven centraal te stellen. En dus het verdienvermogen te verbeteren door die maatschappelijke opgaven aan te pakken. Educatie, innovatie en (kennis)ecosystemen moeten gericht zijn op het creëren van een nieuwe economie die klimaatneutraal, circulair en inclusief is. Dit versterkt niet alleen onze binnenlandse economie, maar levert ook een enorme exportkans aan kennis, diensten en producten op.

Overheid: neem de verantwoordelijkheid

Het is logisch dat zo’n aanpak emotionele reacties en mogelijk zelfs weerstand oproept. Onze economie bevindt zich nog voor de groeisprong en zoekt naar verbeteringen waarbij het oude vooral kan blijven bestaan. Maar net als een slang die moet vervellen om te kunnen groeien, of een kind dat oude patronen moet loslaten om in een volgende volwassenheidsfase te komen, moet ook de economie afscheid durven nemen van oude zekerheden. En het is aan de bestuurders van ons land om ons door deze fase van verwarring en onzekerheid te leiden. Niet door alles voor te schrijven, maar door een heldere stip op de horizon te zetten, hiervoor de juiste kaders te scheppen en oude systemen te helpen met ‘een zachte landing’. Het vorig jaar in het leven geroepen kolenfonds is daar een goed voorbeeld van. Dit is geenszins paternalistisch bedoeld. Het vraagt echter wel om een overheid die de verantwoordelijkheid neemt om te leiden.

Lees onze eerdere uitgebreide reactie op de groeiagenda voor de drie punten die wij verwachten van het kabinet.

Oproep aan het kabinet

Om nog even terug te keren naar Oei, ik groei: een groeisprong zal er ook in onze economie zeker komen. Het zit namelijk in onze menselijke aard. Het is dan wel zaak deze groei niet alleen in economische zin na te streven, het gaat immers om een bredere welvaarts- en welzijnsgroei. Als beweging van ondernemers naar de nieuwe economie roepen we het kabinet op de maatschappelijke doelen centraal te stellen bij de gewenste groei. En als bestuurders te zorgen dat mensen begrijpen waarom dit zo is, dat het gaat om echte vernieuwing en dat dit dus in sommige gevallen ook betekent dat we afscheid nemen van oude gewoonten en patronen. En ja, dat zal wellicht soms leiden tot emoties en verwarring. Maar daar komen we als samenleving wel overheen. Dat hebben we in het verleden vaker laten zien. Met circa 2000 bedrijven in ons netwerk dragen wij in ieder geval graag onze steen bij aan het draagvlak voor deze groeisprong.

Help ons de boodschap aan het kabinet over te brengen door onze beweging zo groot mogelijk te maken. Partner worden van MVO Nederland is de eerste stap en kan op www.mvonederland.nl/word-partner.

Michel Schuurman

Geschreven door

Michel Schuurman

directeur Politiek & economie

Ontvang onze nieuwsbrief

Benieuwd wat we allemaal al doen om de nieuwe economie te bereiken? Meld je dan net als 8000+ ontvangers aan voor onze nieuwsbrief en je ontvangt maandelijks een update vol verhalen van ondernemers, actuele columns, handige tools, praktische downloads en inspirerende events.

Wij gaan zorgvuldig om met je contactgegevens en het is altijd mogelijk om je uit te schrijven voor onze e-mails.