MVO Nederland: “Kabinet geeft circulaire ondernemers de wind in de rug met beleidsprogramma textiel”
lobby Circulaire economie 3 juni 2020
MVO Nederland, de beweging van ondernemers in de nieuwe economie, is positief over het beleidsprogramma textiel, dat staatssecretaris Van Veldhoven (Infrastructuur & Waterstaat) in april 2020 presenteerde. Bij een ambitieuze en voortvarende uitvoering krijgen koplopers in de textielketen de wind in de rug. Daarvoor is het wel belangrijk dat we het tempo vasthouden en blijven zoeken naar manieren om de transitie naar een circulaire, eerlijke textielketen te versnellen. Daar is ook de internationale keten hard bij nodig.
Met het beleidsprogramma textiel stelt de Rijksoverheid voor de textielketen tussendoelen voor 2025, 2030 en 2035 om uiteindelijk in 2050 een volledige circulaire economie te bereiken. Door van daaruit terug te redeneren wat er nú nodig is, stelt het verschillende acties langs drie ‘lijnen’ voor. Die lijnen gaan over de verschillende fases in de textielketen: de eerste over de ontwerp- en productiefase, de tweede over de gebruiksfase en de laatste over de afdankfase.
Producentenverantwoordelijkheid
MVO Nederland is met name positief over het nationale systeem van Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV) dat wordt uitgewerkt. Dit houdt in dat de producent – degene die het product op de Nederlandse markt brengt – gedurende de hele levenscyclus van het product verantwoordelijk is en blijft, inclusief de afdankfase. Dat past in een circulaire economie, waarin we de grondstof doorgeven. In het voorjaar van 2021 doet het kabinet hier een voorstel voor. De brancheorganisaties in kleding en textiel – Modint en INretail– werken de komende tijd aan een vrijwillige UPV die algemeen verbindend wordt verklaard. Daarnaast onderzoekt het kabinet UPV-doelstellingen op het gebied van in ieder geval preventie, hergebruik en recycling van textiel, de kosten en (gedifferentieerde) tarieven, en de verantwoordelijkheden in het speelveld. Mocht de vrijwillige UPV onvoldoende of onvoldoende snel tot stand komen, vormt dit de basis voor een volledige wettelijke regeling.
MVO Nederland ziet de ontwikkelingen op dit vlak met belangstelling tegemoet en pleit voor de volledig wettelijke regeling. Zonder UPV duurt het te lang voor we in de textielketen een kantelpunt richting de nieuwe economie bereiken. Daarnaast is een Europese UPV-aanpak, onder de vlag van het Europese Circular Economy Action Plan, buitengewoon wenselijk. Ook op het gebied van een verbod op het vernietigen van onverkochte voorraden. MVO Nederland denkt graag mee in voorbereidingscommissies.
Versnelling langs percentage gerecyclede en duurzame materialen
De staatssecretaris stelt dat ‘het in 2025 mogelijk zou moeten zijn om het percentage gerecyclede en duurzame materialen in nieuwe textielproducten op gemiddeld 25 procent te stellen.’ Dat onderschrijft MVO Nederland volledig. Er zijn in deze sector al vele wenkende perspectieven die laten zien dat kleding en textiel circulair geproduceerd kán worden, zoals eerder door MVO Nederland op een rij gezet. Hier stelt de Rijksoverheid een voorbeeld door vanaf 2022 bedrijfskleding in te kopen met minimaal 10 procent post-consumer recycled content. Vanaf 2025 wordt deze ambitie verhoogd naar 25 procent.
MVO Nederland juicht dit toe. Mogelijke verhoging van de ambitie en versnelling van de transitie kan door na te denken over een verplicht percentage recyclaat in kleding, verschillend per stof en per product. Dit jaagt innovatie aan en stimuleert verduurzaming. De Denim Deal laat zien wat hier al mogelijk is. MVO Nederland wacht met belangstelling het percentage gerecycled materiaal af, dat in de Denim Deal verplicht wordt gesteld.
Internationale keten
Het is daarnaast goed dat het beleidsprogramma aandacht besteedt aan het internationale aspect van de textielketen. Circulaire textielproductie is niet goed mogelijk zonder de spinnerijen en weverijen die we in Nederland niet meer hebben. Om circulair textiel mainstream te maken en om hoge volumes textielafval te kunnen verwerken, hebben we de hoogwaardige productiecapaciteit nodig van landen als Turkije, Sri Lanka, India en China. Uiteraard volgens hoge standaarden op het gebied van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO). Hier is aandacht voor in het Convenant Duurzame Kleding & Textiel. MVO Nederland sprak zich onlangs uit voor ambitieuzere kaders voor IMVO. Het zou niet goed zijn als dit beleidsprogramma, dat zich met name op circulair textiel richt, hier te weinig oog voor zou hebben. Door te werken aan coherent beleid (‘beleidscoherentie’) samen met minister Kaag van Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking, ondervangt het kabinet dit.
Coronacrisis
De coronacrisis raakt onze economie en samenleving hard. Dat geldt ook voor de kleding- en textielsector. In haar brief aan de Tweede Kamer over het beleidsprogramma geeft staatssecretaris Van Veldhoven aan om hier, waar nodig, rekening mee te houden en eventueel te kijken naar een aangepast tijdpad voor het uitwerken van een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor textiel. MVO Nederland heeft hier begrip voor, zeker omdat er geen sprake van is dat uitstel leidt tot afstel. Wel is de hoop dat, gezien de snel groter wordende berg met textielafval, de UPV volgens planning in zal kunnen gaan. Een kort tijdspad en snelle invoering leidt uiteindelijk tot een toekomstbestendige textielsector.
Knelpunt: inzameling van textiel
MVO Nederland blijft zich ten slotte inzetten om onder de aandacht te brengen dat de inzameling van textiel een knelpunt kan vormen in een snelle transitie naar een circulaire keten. Het beleidsprogramma haalt aan dat de Vereniging Herwinning Textiel en de Visie Circulair Textiel stellen dat ‘gescheiden inzameling en recycling bij huishoudens onder de meeste van de huidige gewonnen tenders niet meer kostendekkend kunnen worden uitgevoerd.’ Dat komt door verslechterde afzetmogelijkheden van kleding voor hergebruik, het gebrek aan recyclecapaciteit en afzetmogelijkheden voor gerecycled textiel en de vraag naar textielvezels van gerecycled content in nieuw textiel in Nederland en Europa. Daarnaast is een deel van textiel van steeds slechtere kwaliteit en raakt het textiel onbruikbaar door vervuiling door afval en vocht in textielcontainers.
Wanneer de UPV ingaat, gaan producenten verantwoordelijkheid dragen voor de kosten (en dus kwaliteit) van de inzameling, sortering en recycling van textiel. Sommige retailers lopen daarop vooruit door zelf textiel in te zamelen. MVO Nederland pleit ervoor dat er parallel hieraan voldoende meegedacht wordt met het verdienmodel van de inzamelaars. Er is een kans dat zij nog meer vervuild textiel van lage kwaliteit binnenkrijgen, die ze zo goed mogelijk moeten verwerken tot gerecycled textiel. Deze bedrijven hebben de bestaande inzamelstructuren opgebouwd en zouden negatieve gevolgen ondervinden als zij producenten de relatief hoge kwaliteit en ‘herdraagbare’ spullen inzamelen. Het kan niet de bedoeling zijn dat zij gerecycled textiel moeten vervaardigen van alleen kapotte kleding, gordijnen, versleten beddengoed van slechte kwaliteit.
MVO Nederland faciliteert het netwerk textiel, waarin bedrijven samenwerken aan het verduurzamen van de textielketen. Kijk ook wat MVO Nederland doet op het vlak van belangenbehartiging.