Hoe de overheid de bittere nasmaak van koffie kan doen verdwijnen
opinie Echte prijzen 18 juni 2020
Koffie. Gemiddeld drinkt de Nederlander 2,4 kopjes per dag. Dat is maar liefst 260 liter en 8,5 kilo per jaar. Het sociale bindmiddel gaat dwars door de maatschappij heen. Van de CEO tot en met de fabrieksarbeider – er zullen er maar weinigen zijn die de dag niet met een ‘bakkie’ beginnen. Wat het gros van de koffiedrinkers echter niet weet is dat de bittere nasmaak niet alleen over de smaak zelf gaat.
We betalen met zijn allen namelijk veel te weinig voor het donkere goud. Niet alleen in de supermarkt en in de horeca, maar ook op het werk. En wie is daar de dupe van? Precies, de koffieboer. Die krijgt namelijk betaald op basis van de op de beurs bepaalde koffieprijs. En dus niet op basis van zijn kostprijs, waardoor hij nauwelijks geld heeft om rond te komen. Laat staan om te investeren in duurzaamheid. Kortom: het is tijd dat we een eerlijke prijs voor koffie gaan betalen. Te beginnen bij een partij van wie je het misschien niet verwacht: de overheid.
VERPLICHTING TOT DUURZAAM INKOPEN
Laten we eerst eens teruggaan naar 2005. In dat jaar committeerde de overheid zich aan een beleid genaamd maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI). Dit beleid houdt in dat alle overheden verplicht hun inkoop moeten benutten voor het realiseren van meer duurzaamheid en het voorkomen van negatieve effecten op milieu en sociale aspecten. Van ministeries tot waterschappen – stuk voor stuk moeten ze in aanbestedingen inzetten op de nieuwe economie. En dus ook bij de inkoop van koffie voor die vele duizenden kantoren door het land.
Nu zou je zeggen: goede eerste stap. De overheid neemt zijn verantwoordelijkheid als leider en geeft het goede voorbeeld op het vlak van duurzaamheid. Maar uit onderzoek blijkt enerzijds dat slechts 39 procent van de overheden zich daadwerkelijk houdt aan het MVI-beleid (in de meerderheid van hun aanbestedingen). Anderzijds is het de vraag of voldoen aan de MVI-certificering wel genoeg is als we die koffieboer in Zuid-Amerika willen helpen. Bij de keuze voor een koffieleverancier werken veel overheden met een tendersysteem. Daarin geven aanbieders weliswaar informatie over kwaliteit, prijs, smaak, dienstverlening, maatschappelijke verantwoordelijkheid en duurzaamheid, maar dat resulteert nog niet in hogere prijzen voor de boeren.
WAT KOST EEN KOP KOFFIE?
Wat kost een koffie dan, hoor ik je denken. Nou, grootverbruikers zoals overheden betalen gemiddeld 14 cent per kopje. Volgens het FoodService Instituut Nederland zou dat echter 23 cent moeten zijn voor een eerlijke prijs. Van die 14 cent blijft namelijk slechts 1 cent over voor de boer, wat echt te weinig is om van te leven. Alleen hoe zorgen we er binnen het bestaande systeem dan voor dat we een eerlijke prijs gaan betalen?
Volgens mij gaat het vooral over focus bij de overheid. Ze richten zich nu nog te veel op het vermijden van risico’s. En te weinig op de positieve impact die ze kunnen hebben met verantwoord inkopen. Juist de overheid zou een actievere rol moeten nemen om toe te werken naar die eerlijke prijs. Door lef en leiderschap te tonen en niet te wachten tot we voor alle producten de echte prijs hebben berekend. Want goed leiderschap gaat niet alleen over de koers van je bedrijf, over strategie en over mensen. Het gaat ook over het tonen van visie en meewerken aan de verandering die nodig is, ook als je nog niet precies weet waar het heen gaat. Dat is zorgen voor positieve impact.
Door bijvoorbeeld alleen met leveranciers te werken die een goede prijs betalen aan de producenten en daarbij ook de maatschappelijke kosten meerekenen, laat je als leider zien dat je respect toont, denkt aan inclusie en de toekomst meeneemt in je beslissingen. Zo moeilijk is dat trouwens niet, want er zijn al genoeg koffiebedrijven die werken met die echte prijs. Kijk alleen maar in ons Futureproof Coffee Collective, waarin meer dan twintig koffiebedrijven – ondanks de hevige concurrentie en het gevaar van mededinging – aan de slag zijn gegaan met het waarmaken van hun droom: rekenen met echte prijzen. Dus een eerlijke prijs voor de koffieboer, maar ook de kosten voor bijvoorbeeld biodiversiteit en goed bodembeheer meegerekend in de kosten. Zodat er ruimte is om te investeren in duurzame productie en iedereen in de keten mee profiteert. En zit je als overheid al vast aan een koffieleverancier? Ga dan in gesprek om te komen tot een redelijke prijs. Bepaal samen kpi’s op wat er moet verbeteren in de keten om ertoe te komen. En zorg zo voor positieve impact.
Overigens is het goed om te weten dat er zeker ook overheden zijn die het belang van een echte prijs beseffen. Zo vroeg Rijkswaterstaat onlangs in hun (openbare) aanbesteding aan inschrijvers expliciet om meer transparantie, meer traceerbaarheid en een betere prijs voor de boer. En is bereid daar ook voor te betalen.
CORONAKOFFIE
Ik hoop dat je bij je volgende slok koffie realiseert dat het de hoogste tijd is dat de koffiedrinker de werkelijke prijs betaalt. Niet alleen omdat dat beter is voor de boer, maar de koffie smaakt ook nog eens veel lekkerder. In deze coronatijden ligt bovendien een kans om de nieuwe economie zo duurzaam mogelijk in te richten, dus ook met eerlijke prijzen. Hopelijk kan de overheid het voortouw nemen en een paar spreekwoordelijke extra klontjes suiker in de koffie gooien. Wie weet krijgen we dan in het volgende kabinet wel een minister van de nieuwe economie die zorgt voor dat eerlijke bakje koffie voor ons hele land. Misschien is die iets duurder, maar in ieder geval heeft hij een minder bittere nasmaak.
Meer over eerlijke prijzen vind je op onze Nieuwe Businessagenda.