5 dingen die je kunt leren van hoe bier-brouwerijen met reststromen omgaan
opinie Circulaire economie 20 februari 2022
Broek op Langedijk, het kan zomaar dat je er nog nooit van hebt gehoord. Toch was dit ooit een belangrijke plek voor onze voedselvoorziening, zo bleek toen ik er onlangs een bezoek aan bracht. Tot de jaren zeventig van vorige eeuw was het namelijk opgedeeld in kleine, langwerpige eilandjes die je alleen over het water kon bereiken. Op al die vruchtbare akkertjes werd groente verbouwd en verkocht volgens het veilingsysteem. Destijds was het heel normaal om onverkochte veilinggroente op een veld in de fik te steken. Of anders om de overgebleven groente als diervoeding te gebruiken. Ik ben ervan overtuigd dat reststromen echter nog hoogwaardiger zijn in te zetten dan op deze twee manieren. Ik neem daarbij graag een voorbeeld aan hoe sommige bierbrouwerijen het doen.
Zelf ben ik een groot liefhebber van bier proeven. Van pils tot speciaal bieren, ik vind het verhaal van brouwerijen leuk en kom dan ook graag bij ze over de vloer. Vanuit persoonlijke interesse, maar ook door mijn werk bij MVO Nederland. Brouwerijen hebben een uitdaging in bierbostel – een restproduct dat overblijft na het brouwproces. Een zeer vezelrijk, voedzaam product met volop eiwitten. Grappig is dat in de zestiende eeuw er al veelvuldig uitruil plaatsvond tussen bakkers en brouwerijen, omdat bakkers dat bostel prima konden gebruiken voor het bakken van brood. Ze haalden letterlijk de emmers op bij de brouwerij. En brouwers op hun beurt? Die gebruikten de reststromen brood weer om bier te brouwen. Helaas zorgde schaalvergroting in bier- en bakkersland ervoor dat dit steeds minder gebeurde en belandde het bostel toch vaak weer gewoon bij de dieren.
Gelukkig zie je de laatste jaren dat die uitruil steeds meer terugkomt. Een van de pioniers op dit vlak is bakkerij de Bisschopsmolen in Maastricht. Zij halen elke week een paar emmers bierbostel op bij Gulpener. Ook Bavaria is aan het testen met bierbostel voor in bijvoorbeeld nacho’s. Kortom: je ziet dat het wel kan. En het lukt ook nog eens, zo blijkt uit de testresultaten. Lekkere voedzame producten van reststromen, en dus toegevoegde waarde. Maar wel met een kostenplaatje dat je een plek moet kunnen geven in je propositie. Hoe kun je als ondernemer nu leren van hoe brouwerijen als Gulpener en Bavaria het doen? Ik heb vijf zaken op een rij gezet.
1. Kijk wat je binnen humane voeding kunt houden
Nederland heeft van oudsher natuurlijk heel veel vee, waardoor het ook eenvoudig is om je voedselstroom naar dieren te laten gaan. Veel van de food-ondernemers die ik spreek zeggen ook: ik heb het toch geregeld? Mijn reststroom gaat naar het vee en daarmee soit. Maar ik ben ervan overtuigd dat er zo enorm veel voedsel onnodig en tegen een te lage prijs gedegradeerd wordt tot diervoeding. Laten we voedsel dat goed is voor mensen aan mensen geven. Dan blijft er nog voldoende over voor dieren.
2. Smaakmakers en schaalmakers veranderen samen het systeem
Uiteindelijk zijn het vaak pionierende mensen bij een kleiner bedrijf met wie innovatie begint. Visionairs die ‘anders denken’ in gang zetten. Aan de andere kant heb je schaal nodig om impact te boeken. Een partij als de Duynie Groep verhandelt bierbostel op grotere schaal. Ze testen nu hoe ze hoogwaardige eiwitten uit bierbostel kunnen halen, bedoeld voor humane consumptie. En de resultaten zijn hoopvol. Smaakmakers en schaalmakers; samen veranderen ze het systeem.
3. Zorg voor een bedrijfsklimaat waarin er ruimte is voor nieuwe dingen
Veel ondernemers willen hun reststroomprocessen wel aanpakken, maar hebben er niet de tijd of ruimte voor. Dit omdat ze opgeslokt worden door het werk van alledag. En zeker als reststromen al een bestemming hebben, waarom zou je dan veranderen? Maar als je het leuk vindt om te werken aan een betere wereld en intrinsiek gemotiveerd bent, zet dat dan in om het klimaat in je bedrijf te veranderen. Schrijf bijvoorbeeld een wedstrijd uit waarin medewerkers nieuwe plannen kunnen pitchen. Het zal leiden tot meer innovatie en betrokken medewerkers, dat weet ik zeker.
4. Versterk je marketingboodschap
Een vaak vergeten onderdeel van het op een andere manier inzetten van je reststromen is dat je ook het verhaal aan je klant kunt versterken. Neem een voorbeeld aan een partij als Yespers dat benadrukt dat de crackers voor een groot deel uit bierbostel zijn gemaakt. Het maakt je sympathiek als merk. Zeker als je het slim koppelt aan voedingswaarde. En het zorgt ervoor dat je beter kunt inspelen op de steeds duurzamere vraag van de consument.
5. Herwaardeer dat wat ‘gewoon’ is geworden
Tot slot zou ik willen meegeven dat we toe moeten naar herwaardering van voedsel. Dat is een kwestie van kiezen voor een andere mindset. Ik werk zelf veel met voedselpartijen en dan merk je zowel aan productie- als aan consumentzijde dat het normaal is dat we bijvoorbeeld altijd over broccoli kunnen beschikken. Als we goed voedsel verbranden, vergisten of te lang in de koelkast laten liggen, wat maakt dat dan uit? Dus bedenk je nog eens opnieuw: wat is het product dat je maakt je echt waard? En wat voor je klant?
Gelukkig zie ik in mijn sector dat er op allerlei fronten wordt gewerkt aan hergebruik van reststromen. Maar liggen er ook nog volop kansen om dit veel verder in te vullen, over de hele wereld. Het vel is nog blanco, help jij hem mee in te vullen? In het netwerk agrifood zijn we veel bezig met dit onderwerp, net als de eerder genoemde netwerkleden Bisschopsmolen, Gulpener, Bavaria, Duynie Groep en Yespers.
– Gerard Teuling, Sectormanager Food & Agribusiness bij MVO Nederland
Meer over de Circulaire Economie
Benieuwd naar alle events, projecten, succesverhalen en meer op het gebied van dit thema? Klik dan op de onderstaande knop.