Vijf bedenkingen bij een labelsysteem voor kleding
opinie Circulaire economie Transparante ketens 15 mei 2019
De Tweede Kamer heeft een motie van D66 en ChristenUnie aangenomen om te onderzoeken hoe een labelsysteem voor kleding kan bijdragen aan de circulaire economie. Een label zoals we dat kennen van het energielabel op ijskasten enzo, met die groene, gele en rode balkjes. Dan heeft de consument wat te kiezen. Groen is super verantwoord en rood is alleen voor de onverschilligen onder ons. Maar onverschillig voor wat eigenlijk? Want wat zet je op zo’n label, is dan mijn eerste vraag. En zo heb ik er nog wel meer. Misschien goedbedoeld allemaal, maar er zijn betere en vooral goedkopere manieren om de consument inzicht te geven in de wijze waarop hun kleding is gemaakt.
1. Wat zegt zo’n label eigenlijk?
Bij een ijskast gaat het label over het energieverbruik. Hoe meer in het groen, hoe zuiniger (en dus goedkoper) hij is in gebruik. Handig en relevant! Maar een kledingstuk verbruikt geen stroom. Gaat het dan over de energie die nodig is geweest voor het maken ervan? Kan zinvol zijn voor de super bewuste consument. Maar dan moet je eigenlijk ook het watergebruik vermelden. Alleen al voor het maken van een spijkerbroek is zo’n 7000 liter water nodig. O ja, en het gebruik van de vele chemische finishes, bleek en verfstoffen die in onze kleding zitten, krijg ik daar dan ook informatie over? En over de arbeidsomstandig-heden van de textielarbeiders? Kan ik straks zien of die voldoende betaald zijn voor het maken van mijn overhemd? En ook of die normale werkweken draaien en niet worden uitgebuit? Voor je het weet print je een heel boekwerk op zo’n label en dat brengt mij op de volgende vraag.
2. Komt dit bovenop al die andere labels?
Er is al een woud aan labels in kleding en textiel. Milieu Centraal telt er 27. Ik heb zelf bijvoorbeeld super verantwoorde en peperdure handdoeken hangen in mijn badkamer met maar liefst 4 labels eraan! Eentje met de merknaam, een wasvoorschrift, een GOTS certificaat en een Fairtrade label. De kenner weet nu van welk merk mijn handdoeken zijn. Moet daar dan nog een 5e label aan toegevoegd worden!? Alleen als het al de andere vervangt. Maar bedenk dan wel dat je voor het maken van een ‘label der labels’ een hele organisatie moet optuigen met een zeer complexe administratie die – het kan niet anders – heel veel geld gaat kosten. Helemaal als je dat voor elk kledingstuk moet uitzoeken door de hele keten heen.
3. Doe je dit per kledingstuk of per merk?
Een internationaal ‘fast fashion brand’ zoals Zara heeft duizenden items die je dan zou moeten screenen en labellen op alle bovengenoemde aspecten. En dan ook alleen die kledingstukken die in de Nederlandse winkels hangen, want het wordt nog lastiger om dit Europees, laat staan wereldwijd uit te rollen. Dat is niet te doen. Dan maar een label voor een heel merk? Maar wat zegt dat dan nog? H&M heeft een ‘conscious collection’, maar daarmee geven ze impliciet al aan dat de rest minder ‘conscious’ is. Ook kun je op het ene aspect een 10 scoren en op de andere een 1, wat wordt dan het gemiddelde? Bovendien bestaat er al zo’n merk label! Rank-a-brand laat precies met dezelfde kleurtjes als het energielabel zien welk kledingbedrijf verantwoord bezig is, zowel op milieu als sociaal gebied.
4. Hoe controleer je het?
‘De meeste labels liegen!’ Dat leerde ik van een bevriende kledinginzamelaar, die daar vaak over klaagt. Voor recyclers is het namelijk van groot belang om te weten welke stoffen in het kledingstuk zitten en in welk percentage. Hoeveel wol, acryl, polyester, katoen en elastaan zit erin en in welke verhouding? De praktijk wijst uit dat die informatie (bijna) nooit klopt, waardoor hergebruik van textielvezels enorm wordt bemoeilijkt. Als we nu gewoon eens zouden beginnen met het eerlijk vermelden van de werkelijke samenstelling! En dat brengt mij misschien wel bij het grootste bezwaar tegen labels: de controle. De wereld van labels, keurmerken en certificeringen is gebaseerd op wantrouwen en misleiding. Ik spreek uit ervaring omdat ik zelf auditor ben geweest in de kledingindustrie in China en weet dat geen enkel keurmerk waterdicht is en de gemaakte claims met een flinke korrel zout genomen moeten worden. Ik heb het leren kennen als een deprimerende en geldverslindende business.
5. Wie gaat het betalen?
Voor controle is geld nodig, veel geld. Wanneer de overheid dat gaat betalen kan het niet meer worden aangewend voor echte verduurzaming in de sector, zoals circulaire innovaties (zie mijn vorige blog hierover). Wanneer de sector het zelf moet ophoesten ben ik bang dat de grote retailers en online warenhuizen de rekening doorschuiven naar hun kleinere leveranciers. Daar zitten vaak innovatieve kledingbedrijfjes bij die juist heel erg bezig zijn met duurzaamheid en eerlijke handel en daar op vernieuwende manier transparant over zijn. Dan kun je bijvoorbeeld door het scannen van een QR-code zien wie je kleermaker is, waar die woont, wat die verdient enzovoort. Deze ‘koplopers’ klagen vaak over de ‘certificeringsdwang’ die grote retailers hen opleggen. Doe je niet mee, dan kom je niet in hun (online) winkel te hangen.
Een beter alternatief
MVO Nederland heeft in haar Nieuwe Businessagenda zeven oplossingsrichtingen geformuleerd voor de transitie naar een klimaatneutrale, circulaire en inclusieve economie. Agendapunt 3 is ‘Fabriek zoekt fans’. Daarin wordt gesteld dat méér labels, keurmerken en audits niet de oplossing bieden en dat het tijd is om de keten op een andere manier transparanter te krijgen. Dat kan bijvoorbeeld door een ‘open source’ systeem a la Tripadvisor waarin niet alleen auditors, maar ook werknemers, bezoekers, leveranciers of zelfs backpackers hun waarnemingen en ervaringen kunnen toevoegen. Dan is van ieder product direct te achterhalen hoe en waar het gemaakt is en hoe het gesteld is met het milieu en de arbeidsomstandigheden in de keten. Als blijkt dat er incidenten of structurele problemen zijn, dan zie je dat terug in de ranking en de reviews. Voor het beoordelen van hotelkamers, restaurants of taxichauffeurs bestaan dit soort systemen al lang, waarom voor kleding niet? Het betekent wel dat een merk alleen met fabrieken kan werken die een open deurbeleid hebben. En degenen die niets te verbergen hebben, zullen daaraan mee willen doen. De geloofwaardigheid van zo’n decentrale en gedemocratiseerde beoordeling is veel groter dan dat van een gemiddeld keurmerk. Ik zou zeggen lees dat agendapunt er nog eens goed op na, want ik ben voorstander van zo’n radicaal andere vorm van transparantie.
Laat met het label de transparantie zien
De motie is aangenomen, dus er komt een onderzoek naar dit labelsysteem. Dat kan een kans zijn als je radicale transparantie daarin meeneemt. De eerste stappen zijn al gezet binnen het kleding convenant door het publiceren van een lijst van fabrieken die voor Nederlandse merken produceren. Dit is echter nog een ‘opgetelde’ lijst waarin niet duidelijk wordt welke fabriek bij welk merk hoort. Dat kan anno 2019 niet meer. Doe er een schepje bovenop en dwing kledingbedrijven hun fabrieken te openen. Zorg ervoor dat elke derde partij kan gaan kijken en reageer op reviews. G-star doet het al lang, dus het kan. Als je niet wilt, dan heb je kennelijk iets te verbergen of heb je zelf geen idee hoe je producten worden gemaakt. In een review systeem betekent dat duimpje omlaag! Lijkt me een prima vorm van labeling en ook nog eens vele malen goedkoper. Stop dat geld liever in een fonds voor circulaire oplossingen die ook leiden tot meer transparantie.