Het project dat afgelopen jaar het meest in het oog sprong was de oprichting van de Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Vet is voorzitter van die stichting, waarin de meest uiteenlopende bedrijven en organisaties verenigd zijn. Van de Rabobank tot het Wereld Natuur Fonds en van de Vlinderstichting tot het ministerie van LNV, allemaal hebben ze zich geschaard achter de ambitie om “het biodiversiteitsverlies in Nederland om te buigen naar biodiversiteitsherstel”.
Praktisch aangelegd
Dat Louise Vet al die verschillende belangen aan één tafel wist te verenigen, laat wel zien dat ze geen wetenschapper is die uitsluitend onderzoek doet, theorieën toetst of vaktechnische artikelen schrijft. Vet is praktisch aangelegd en wil dat er dingen veranderen, dat de biodiversiteit in Nederland daadwerkelijk toeneemt. Daarvoor maakt ze zich hard bij zo’n twintig organisaties waarin ze in het bestuur zit – bij zeven daarvan is ze voorzitter.
Ondanks alle sombere berichten over ecologische kaalslag, bijensterfte en ontbossing blijft ze in al die functies vooral successen benadrukken. Ze streeft naar bewustwording, actie, creatieve oplossingen en gevarieerde aanpakken om biodiversiteit te herstellen. Op haar site zegt ze: “Ik ben een optimist en geloof in de kracht van positieve actie.”
Optimisme
In haar optredens bij De Wereld Draait Door, TEDx, de Universiteit van Nederland en in ontelbaar veel blogs en krantenartikelen laat ze dat optimisme duidelijk merken. Daarnaast slaagt ze erin complexe materie als de samenhang tussen ecologie en economie helder uit de doeken te doen.
Als bestuurder lijkt Vet ook een ‘ecologische’ blik te hebben. Alle partijen spelen hun rol en hebben hun eigenbelangen, maar in samenhang kan dat een hele stevige structuur opleveren. Niemand is beter geschikt dan zij dus, om van het Deltaplan Biodiversiteit een succes te maken. Het Deltaplan wil op drie terreinen winst boeken: in de natuur, de openbare ruimte en de landbouw. Niet alleen is daarmee het grootste deel van het Nederlandse grondoppervlak afgedekt, ook is daar de meeste vooruitgang te boeken.
Nieuwe verdienmodellen
Om dat te realiseren, beschrijft het plan van aanpak vijf verschillende richtingen. Het stimuleren van kennis en innovatie is er daar een van, net als draagvlak, samenhang en wetgeving en gebiedsgericht samenwerken. Voor bedrijven is ´het realiseren van nieuwe verdienmodellen´ waarschijnlijk het interessantst.
De verdienmodellen die de stichting benoemt moeten ervoor zorgen dat het voor boeren, particulieren en het bedrijfsleven aantrekkelijk wordt om te investeren in het vergroten van de soortenrijkdom. Volgend jaar al wil de stichting bereikt hebben dat de inkomensontwikkeling van boeren die meewerken aan het herstel van biodiversiteit minimaal gelijk is aan dat van boeren die niet meedoen.
De beloning voor landbouwers die oog hebben voor soortenrijkdom moet gebaseerd zijn op een algemeen erkende set van prestatie-indicatoren. In de praktijk betekent dat dat vooral gekeken wordt of vlinders, libellen en broedvogels het goed doen. Ook insecten, planten en bodemschimmels worden gevolgd.
Kleine beestjes
Juist het leven van die kleine beestjes is het onderwerp van het onderzoekswerk van Vet. Hoe vinden insecten hun voedsel? Hoe werkt de relatie tussen bloemen, insecten en parasieten precies? De onderzoeksgroep van Vet is multidisciplinair. Neurobiologen, ecologen, chemici, insectendeskundigen en anderen werken erin samen om deze complexe vraagstukken van alle kanten te bekijken.
In Intermediair legt ze dat zo uit: “Een plaag kun je in de natuur bestrijden met de vijand van de vijand; in plaats van met chemische bestrijding. Bijvoorbeeld bij komkommerplanten met spint, een soort schadelijke mijt. Ik werd helemaal verliefd op sluipwespen toen ik ontdekte hoe belangrijk ze waren voor natuurlijke bestrijding van spint.”
Natuur is effectiever
Die natuurlijke oplossing werkt niet alleen in de landbouw, ook in de zoektocht naar maatregelen tegen klimaatverandering heeft de natuur de beste troeven in handen, volgens Vet. “Bossen zijn veruit het meest effectief, tegenover bijvoorbeeld idioot dure CO2-opslag. De natuur kan het veel effectiever. Maar achter natuurverbetering zitten geen dikke bedrijven die subsidies opstrijken. Je ziet veel verkeerde accenten.” De achteruitgang van de natuur in Nederland raakt haar diep, vertelt ze aan Trouw: “Wij hebben heel veel verschillende landschappen, maar wat hebben we gedaan? We hebben waardevolle landschapselementen vernield. Heggen, groenstroken tussen landerijen zijn verdwenen, terwijl die zo ongelooflijk belangrijk zijn voor insecten, vogels, vleermuizen, kleine zoogdieren. De biodiversiteit heeft een functie, ook voor de landbouw. Daarnaast hebben we nog maar een paar gewassen overgehouden en daarbinnen hebben we de genetische varianten ook nog eens uitgekleed. Diversiteit betekent veerkracht. Die is dus ook verdwenen.”
Het kan wél
En ondanks alles blijft ze optimistisch, want het kán wel, volgens haar. “Het is mogelijk soortenrijkdom terug te brengen. Wat zou het mooi zijn als dat ons nieuwe exportproduct zou zijn: landbouw die binnen de ecologische grenzen blijft en waar boeren goed van kunnen leven. We kunnen dat, het ligt binnen onze mogelijkheden. We hebben de kennis en de technologie om dat te doen.”
Meer over Biodiversiteit
Benieuwd naar alle events, projecten, succesverhalen en meer op het gebied van dit thema? Klik dan op de onderstaande knop.